Leerstijlentest

Met behulp van de leerstijlentest is het mogelijk om te achterhalen wat voor leerstijl een persoon heeft. Uit deze test komt een resultaat en kan men gecategoriseerd worden in de volgende categorieën: dromer, denker, doener en beslisser. De test werkt als volgt, er worden vier uitspraken gegeven en men moet elke uitspraak rangschikken van 4 tot 1. Waarbij de meest kenmerkende uitspraak 4 krijgt, en de op een na meest kenmerkende uitspraak krijgt 3 enzovoort.  Ik heb zelf ook de test gedaan en hieronder volgt mijn uitslag. 

 

Testresultaten

1.  a. Je zoekt naar verschillen en onderscheidingen.
     b. Je wilt in eerste instantie eens uitproberen.
     c. Je voelt jezelf erbij betrokken.
     d. Je bent gericht op het nut voor praktische oefening.
     a=2 b=3 c=1 d=4


2.  a. Je laat de dingen op je af komen ongeacht wat het is.
     b. Je bent vooral gericht op wat relevant is.
     c. Je analyseert de situatie.
     d. Je kent geen waarde-oordelen toe, je kiest niet voor bepaalde standpunten.
     a=4 b=3 c=2 d=1


3.  a. Je let vooral op wat je zelf ervaart en voelt.
     b. Je kijkt vooral, je let op hetgeen je gewaar wordt.
     c. Je denkt er vooral over na.
     d. Je bent vooral bezig, je wilt er iets aan doen.
     a=2 b=1 c=3 d=4


4.  a. Je neemt dingen zoals ze zijn.
     b. Je neemt risico’s met wat je doet of zegt.
     c. Je kent waarde-oordelen toe.
     d. Je probeert je steeds sterk bewust te zijn van wat er gebeurt.
     a=3 b=1 c=2 d=4


5.  a. Je gaat vooral intuïtief te werk.
     b. Je bent vooral gericht op resultaten.
     c. Je probeert in eerste instantie logisch te denken.
     d. Je stelt jezelf vooral vragen.
     a=2 b=3 c=4 d=1


6.  a. Je vindt abstractie en begripsvorming belangrijk.
     b. Je kijkt en luistert vooral.
     c. Je hebt voorkeur voor het concrete.
     d. Je bent vooral actief en praktisch bezig.
     a=1 b=2 c=3 d=4


7.  a. Je bent met name op het heden, het hier en nu gericht.
     b. Je laat eerst alles nog eens door je hoofd gaan en denkt erover na.
     c. Je bent met name gericht op wat er nog gaat (zal) gebeuren.
     d. Je bent vooral pragmatisch ingesteld.
     a=2 b=3 c=1 d=4


8.  a. Je bent vooral gericht op het opdoen van ervaringen.
     b. Je bent vooral luisterend en kijkend gegevens aan het verzamelen.
     c. Je brengt vooral verschijnselen onder in een samenhangend begrippenkader.
     d. Je bent vooral ideeën en vermoedens aan het toetsen en experimenteert met je gedrag in situaties.
     a=2 b=4 c=1 d=3


9.  a. Wat er gebeurt, beleef je vooral gevoelsmatig en intens.
     b. Je houdt bij voorkeur enige afstand t.a.v. wat er gebeurt.
     c. Je benadert wat er gebeurt met name verstandelijk.
     d. Je bent actief medeverantwoordelijk voor wat er gebeurt.
     a=1 b=2 c=4 d=3

     

De sterkst ontwikkelde leervaardigheden hebben de markering op de grootste afstand vanaf het midden zitten. Het is dus die afstand die telt en niet de score! De sterkst ontwikkelde leerstijl vind je in het kwart waarin je het grootste oppervlakte gemarkeerd hebt. Wat betekent dat mijn meest ontwikkelde leervaardigheid actief experimenteren is en mijn meest ontwikkelde leerstijl een doener is.